Outils personnels

Aller au contenu. | Aller à la navigation

Navigation

Navigation
Menu de navigation
Vous êtes ici : Accueil / Loisirs / Tourisme / Pré Lion / Leerlooierijen en schorsmolens
Actions sur le document

Leerlooierijen en schorsmolens

Leerlooierijen en schorsmolens

De leerlooierijen ontwikkelden zich dankzij de aanwezigheid van water en eikenbossen. Alleen al in Houffalize waren er in 1889 maar liefst 10 leerlooierijen!

« Aanvankelijk werd het vak van leerlooier verward met dat van schoenmaker »(1). In de 18de eeuw werkten leerlooiers alleen met inheemse huiden. Pas in de 19de eeuw begon het industriële karakter met de invoer van Zuid-Amerikaanse huiden per spoor.

Wie leerlooierij zegt, zegt tannine; tannine is een chemisch beschermend middel tegen parasieten. Dit middel maakt het mogelijk om de vezels van de huid bestand tegen rotting te maken. Om het middel te verkrijgen, werd in het voorjaar de schors van de eikenstammen gepeld. Ze werden tot bundels gemaakt, geplet in schorsmolens.

Lederwerk vereiste verschillende bewerkingen:

Zouten en ontzouten.

Huidreiniging.

Verzachten in kuilen waar men afwisselend een laag huiden, een laag schors opstapelt en vervolgens werden ze 6 maanden ondergedompeld in water.

Ze werden verwijderd om de schors te vervangen en de handeling werd nog 6 maanden herhaald.

(1) Dubru Alfred en Jehenson Eric, Bijdragen tot de geschiedenis van leerlooierijen in de Ardennen en Luxemburg, 2000, Editions Histoire Collective, pagina 13.